(Hoofdartikel: “Met schapen kweek je despoten: Democratie“)
Duidelijkheid over de verbanden:
- De Tweede Kamer zelf moet representatief zijn voor de wil van de gehele bevolking.
- Een Tweede Kamerlid moet representatief zijn voor de wil van de mensen die op dat Kamerlid stemmen.
- Een partij is een groep gelijkgestemde Kamerleden, waarbij de partij zelf geen rechten heeft.
Dit lijstje staat in volgorde, het eerste is het belangrijkst.
De partij is eigenlijk helemaal niet belangrijk omdat het slechts een middel is om makkelijker en beter een gezicht te geven aan Kamerleden die min of meer dezelfde volksbelangen vertegenwoordigen. Er is niets tegen het vormen van partijen, zolang de partijen niet de Kamerleden dwingen om de wil van de bijbehorende kiezers te verraden.
Dat is wat er in de praktijk wel gebeurt en dan kan een Kamerlid uit een partij stappen en zelfstandig verder gaan. Dat houdt de partij ook beter bij de les.
Vorming van partijen is eigenlijk een natuurlijk proces van samenklonteren van gelijkgestemden. Echter, het is belangrijk om te beseffen dat een partij op zich geen democratische volmacht heeft – de individuele Kamerleden van die partij wel.
Het allerbelangrijkste is dat een Kamerlid altijd een stem uitbrengt die niet gebaseerd is op het partijstandpunt maar wel op basis van de wil van zijn of haar kiezersachterban.