Stel je voor: enorme zonneparken in Zuid-Spanje en Portugal wekken energie op voor heel Europa. De zon die daar overvloedig schijnt, voedt niet alleen lokale groei, maar levert ook schone stroom aan Noord-Europa via moderne kabels. Wat vandaag nog toekomstmuziek lijkt, kan morgen het fundament zijn van een onafhankelijk en stabiel energiesysteem.
Door als democratische landen samen te investeren, kunnen we onze energievoorziening losmaken van regimes die macht gebruiken als wapen. Niet langer afhankelijk van Russisch gas, Chinese grondstoffen of Arabische fondsen, maar samen eigenaar van onze eigen energie. Spanje en Portugal krijgen banen, infrastructuur en inkomsten. Noord-Europa krijgt stabiele, betaalbare stroom. Iedereen wint – behalve de autocraten.
Economische soevereiniteit begint niet met muren, maar met samenwerking. Dit is de kans om van de vrije wereld weer een zelfvoorzienend blok te maken: sterk, verbonden en onafhankelijk.
Table of Contents
Een voorbeeld waar niemand aan denkt
We hebben het vaak over tekort aan ruimte, dure technologie of te kleine schaal. Maar de cijfers vertellen een ander verhaal.
De volledige elektriciteitsvraag van Nederland – zo’n 225 terawattuur per jaar in een geëlektrificeerde toekomst – kan worden opgewekt met een zonnepark van ongeveer 32 bij 32 kilometer in Zuid-Spanje.
Dat is minder dan twee promille van het Spaanse grondgebied.
Bovendien kunnen juist verwoestijnde of onvruchtbare gebieden worden herbestemd: land dat nu weinig economische waarde heeft, krijgt zo een nieuwe functie als energiebron voor Europa.
Waar een wil is, is een weg – en die weg begint met politieke wil én met inzicht in wat financiële onafhankelijkheid werkelijk betekent.
Wie economische soevereiniteit zegt, zegt eigenaarschap: van onze productie, onze infrastructuur en onze energie. Zoals ik eerder schreef in de Nexperia-passage, verliezen we zeggenschap zodra strategische assets in buitenlandse handen vallen. Energie is daarvan de kern.
Energie als fundament van vrijheid
Energie is macht. Wie zijn eigen energie bezit, bepaalt zijn eigen koers.
Een alliantie van democratische landen die samen hun energie opwekken, slaat de brug tussen ecologie, economie en veiligheid.
Niet door nationalisme, maar door samenwerking.
Niet door afhankelijkheid, maar door onderlinge kracht.
Zo wordt duurzame energie meer dan een klimaatdoel – het wordt het fundament van democratische besluitkracht en van een vrije wereld die haar eigen toekomst in handen houdt.
Wat het kost – en wat het oplevert
Een zonne-alliantie tussen Spanje en Nederland vraagt een investering van ongeveer 180 miljard euro, verspreid over dertig jaar. Dat is minder dan zes maanden aan belastinginkomsten van de Nederlandse staat. Zes maanden betalen – en daarna tientallen jaren geen miljarden meer naar olie- en gasregimes.
De terugverdientijd? Nog geen drie jaar bij de huidige fossiele importrekening. Zelfs in een gunstigere markt blijft dat hoogstens vijf à zes jaar. Daarna levert het systeem decennialang goedkope, eigen energie op, tegen een stabiele prijs per kilowattuur. Een prijs die niet door de markt maar door onszelf gedicteerd wordt.
Hoe dat is uitgerekend
De alliantie voorziet in 225 terawattuur per jaar – genoeg om een volledig elektrisch Nederland te voeden. Daarvoor is in Zuid-Spanje ongeveer 160 gigawattpiek aan zonnepanelen nodig, 300 gigawattuur aan batterij-opslag en 8 tot 12 gigawatt aan hoogspanningsverbindingen richting Noord-Europa (HVDC).
De geschatte kosten: 110 miljard euro voor panelen, 55 miljard voor accu’s, 20 miljard voor transport en reservecapaciteit.
Nederland betaalde in 2023 nog 45 tot 55 miljard euro aan ruwe olie en 15 tot 20 miljard aan aardgas. De optelsom is verbluffend.
Wat we nu ieder jaar aan fossiele importen betalen, vloeit grotendeels weg naar autocratische regimes.
Met datzelfde geld kunnen we binnen enkele jaren een volledig duurzaam energiesysteem afbetalen – en daarna fors besparen.