Skip to content- is een formaat van precies met de verhouding van de zijden
(de wortel van 2 is ongeveer 1,41). - Knip je een in tweeën – start aan de langste zijde – dan blijft de verhouding van de zijden , ook als je dat daarna weer in tweeën knipt.
- Die helft van is , de helft van is , idem en .
Een is dus
.
- “80 grams papier” wil zeggen dat één vierkante meter 80 gram weegt.
- Een “80 grams A4-tje” weegt dus
en dat is handig voor het berekenen welke postzegel nodig is. - Als grove vuistregel: Een 80 grams vel is ongeveer 0.1 mm dik. Een boek van 1 cm dik telt dus ongeveer 100 bladen, dus 200 bladzijden. Voor kopieerpapier klopt dit redelijk en het is afhankelijk van de “opdikking” van het papier in kubieke centimeters per gram
- Als een een oppervlak heeft van , met zijden en , hoe groot zijn dan de zijden? Oppervlak:
is de korte zijde, de lange zijde is dus:
ofwel “ongeveer”: 0,840896415253715 bij 1,18920711500272 meter.
Het gramsgewicht alleen zegt lang niet alles over de dikte van papier. Veel papiersoorten zijn “gestreken”, wat meestal betekent dat er een dunne kleicoating overheen zit; die coating weegt ook mee en is relatief zwaar. En het oppervlakte van papier kan vlak of minder vlak zijn, dat kan ervoor zorgen dat een stapel dikker is dan je zou verwachten (“opdikking”: de verhouding tussen dikte en gramgewicht).
Bedankt voor je reactie Jan, de tekst is wat aangepast. Grappig om te zien dat de papierindustrie dus eigenlijk de omgekeerde soortelijke massa gebruikt voor “opdikking”.